Dag 9, 10 en 11: 19, 20 en 21 oktober
De dag begint met een typische Christelijke kerkdienst in
Liwonde. Mannen en vrouwen gescheiden, veel zang en bijbellezingen en uiteraard
een collecte. De leerlingen vinden dit op zich wel ok, ware het niet dat de
dienst om 7 uur begint. Met slaap in onze ogen horen we een preek over de
‘ongelovigen’ die ‘spiritually dead’ zijn, verder gaat het vooral over geld.
Ieder lid van deze gemeente moet elke week 10% van zijn of haar weekloon
doneren aan de kerk. Dit is in Malawi heel gebruikelijk. De voorganger leest
vervolgens een lijst voor met bedragen die iedereen zou moeten doneren
uiteindelijk en ook of dit gelukt is of niet. Het ‘Onze Vader’ na dit ‘namen en
shamen’ vond ik behoorlijk ongepast.
Na het bezoek aan de kerk gingen we weer terug naar Pakachere
voor een lunch en een prachtige
wandeling door het Zomba Plateau gebergte. Burgers Bush in het echt zeg maar.
Veel apen en rode mieren (auw), en werkelijk prachtige watervallen. Isaac, onze
gids verteld ons van alles over de geïmporteerde bomen uit Canada en de
prachtige Kachere boom. Hij vertelt ons welke besjes we kunnen eten en laat ons
heerlijk uitrusten bij het water. Daar ga ik in Nederland dus geen 20 euro meer
voor betalen: ‘I’ve seen the real thing.’.
We vertrekken de volgende dag naar ons volgende project:
Yodep. Yodep staat voor: Youth Development for Productivity. De vrijwilligers
bij dit project zetten zich vooral in voor de jeugd en de ouderen. Zo zijn ze
actief in de lokale dorpjes voor die mensen die nog niet, of niet meer voor
zichzelf kunnen zorgen. Yodep is een project wat al wat meer van de grond is
gekomen dan Mawa, ons eerste project. De vrijwilligers komen allemaal uit
Zomba, en spreken goed Engels. Ze zijn toegewijd en enthousiast over hun
projecten. De omstandigheden zijn net zo primitief als in Mawa. Tentjes op
steen, gaten in de grond die dienen als toilet, en geen elektriciteit. We zijn
er al vroeg en het programma begint eigenlijk pas ’s middags, maar we willen
graag de handen uit de mouwen steken en stellen voor meteen wat te doen. We
gaan naar een akkertje waar een huis gebouwd moet worden voor een 15 jarige
jongen die wees is. Hij heeft verder geen familie en moet zijn eigen boontjes
doppen. Het enige wat hij heeft is een paar vierkante meter akker waarop hij
zijn eigen eten kan verbouwen. Het huis wordt direct naast de akker gebouwd. De
bakstenen liggen een paar meter verderop en moeten dus verplaatst worden. We
maken samen met de vrijwilligers een ‘human chain’, om zo efficiënt mogelijk te
werken. Het is gek om te bedenken dat onze hele groep uit 15 jarigen bestaat en
dat ze dit voor een leeftijdsgenoot doen.
In de middag gaan we in groepjes uiteen. 2 groepen gaan
verder met het huis. Meer bakstenen verplaatsen en een fundering graven. Een andere
groep heeft voor een jonge vrouw met twee kinderen een dak vervangen. Ik zelf
was mee naar ‘children’s corner’, een soort van BSO voor kinderen tussen de 10
en 15 jaar. De bedoeling van deze middagen zijn het vermaken van de jeugd, maar
deze ook uitdagen om een beetje uit hun ‘comfortzone’ te komen. Zo dansen we en
zingen we liedjes waarbij de kinderen om beurten in het midden van de kring
moeten staan om een opdracht uit te voeren. Ze leren dan indirect wat meer in
de spotlight te staan, wat ze niet gemakkelijk vinden. Verder moeten ze wat
denkspelletjes doen en worden zo ook wat meer mentaal uitgedaagd. Ik vond het
weer heerlijk om tussen de kinderen te zijn en met ze te spelen.
De avond valt weer vroeg in Malawi, zoals elke avond gaan we
direct na het eten slapen. Het is hier om 18.00 pikkedonker en op het project
is er ook geen licht. Iedereen kruipt weer snel zijn tentje in. Er is over het
naar bed gaan nog geen onvertogen woord gevallen. Iedereen is moe en leeft
inmiddels in het ritme van de Malawianen, tussen 19.00 en 5.00 ligt iedereen te
slapen en wanneer het licht wordt begint de dag en staat iedereen op. De
nachten op Yodep worden trouwens verstoord door huilende (of lachende) hyena’s.
Dat is weer eens wat anders dan nijlpaarden.
De volgende dag gaan we ’s ochtends weer in dorpjes aan de
slag. Vandaag ga ik met een groepje naar het huis van een bejaarde man die net
zijn vrouw verloren heeft. Hij woont in een klein hutje waarvan de vloer
opnieuw aangesmeerd moet worden. Dit doen we met water en zand. We halen water
in emmers bij de dorpsput, en graven zand op de akker. Dat mengen we op de
vloer in het huisje (wat slechts 3 vierkante meter is), en smeren we met onze
handen uit. Smerig, maar wel heel bijzonder dat we deze man mochten ontmoeten
en dat onze klus meteen resultaat had. Hij kon diezelfde middag zijn huisje
weer in en was voor 2 maanden uit de zorgen. Zijn buurvrouw konden we daarna
ook nog helpen met haar vloer. Zij was ook alleen en had alleen zonen die
allemaal werkten en woonden in de stad. De andere groepen hebben geholpen bij
het bouwen van een toilet en bij het graven van een vuilnisput.
’s Middags is er een voetbaltoernooi tussen de vrijwilligers
en onze leerlingen. Iedereen is super fanatiek en Saskia en ik kijken vanaf de
toe. De Nederlanders, team FC Diarree,
winnen. We krijgen een geldbedrag, wat we direct terug doneren aan Yodep. We
duimen dat deze Kwacha’s op de goede plek terecht komen.
Ik merk dat de kinderen op het terrein van Yodep inmiddels
gewend zijn aan de Azungus, de blanken. Ze zijn vrij opdringerig en willen
eigenlijk maar 1 ding: wat jij hebt. Dat is af en toe een beetje overweldigend.
Dat hebben we zelf gecreëerd door hier in Malawi te komen met ons geld en onze
spullen. Deze kinderen hebben niets, zijn bijna allemaal ziek, hebben geen
kleren, geen eten en vaak geen ouders. Ze moeten vechten om te overleven en ik,
als rijke blanke, stoor me dan aan hun opdringerigheid. Wat een rare wereld.
De dag erop vertrekken we weer bij Yodep, maar niet zonder
de gebruikelijke dankwoorden, en volksliederen. We gaan vanochtend op bezoek
bij St Lukes hospital. Suzan, een Nederlandse coassistente geeft een
presentatie en een rondleiding door het ziekenhuis. Eigenlijk heel triest
allemaal. Geen ambulances, dus zie maar dat je er komt, niet genoeg bloed, niet
genoeg bedden, niet genoeg artsen, niet genoeg medicijnen. De patiënten op de
afdelingen worden door hun eigen familie verzorgd. De verpleegkundigen zijn er
alleen voor de medische handelingen. Achter het ziekenhuis zijn dan ook ruimtes
waar die familieleden het eten koken en de was doen. Het grootste probleem is
Malaria en HIV in Malawi. Alhoewel hiervoor genoeg medicatie is, komt lang niet
iedereen naar het ziekenhuis, of slikken ze de pillen niet. Er zijn ook veel
spookverhalen onder de lokale bevolking. Zo zou je dood gaan als je zuurstof
toegediend krijgt, dus weigeren de meeste patiënten met een longontsteking dit,
ook de ouders van kleine kinderen, met als gevolg de dood.
Wat een dagen weer, wat een belevenissen. Ik wel erg blij
dat er nu een einde is gekomen aan het gebrek aan hygiëne. We hebben de
projecten als echt bikkels doorstaan, maar ben wel heel blij dat er nu een
einde aan is gekomen. Straks eindelijk weer douchen en naar een normale wc.
Doordat we primitief moesten leven gingen we helemaal op in de lokale
bevolking, maar het is nu echt genoeg geweest. We vertrekken vandaag naar Cape
MacClear. Het pareltje van Malawi. Een resort, weliswaar in onze tentjes, aan
Lake Malawi. We hebben het verdiend en kijken uit naar 2 heerlijke dagen
relaxen.