Dag 3, 4 en 5: 14, 15 en 16 oktober
Ik weet denk ik niet de juiste woorden te vinden om te
omschrijven wat we op ons eerste project hebben meegemaakt. Het is niet te
bevatten en heeft ons allemaal diep geraakt.
We zijn 3 dagen gast geweest bij Mawa, een projectgroep
opgezet om de minder bedeelden op het platteland in de omgeving van Zomba. In
dit project ondersteunen verschillende supportgroepen de lokale bevolking. Dit
op het gebied van educatie en kinderopvang, en verschillende vormen van hulp
aan ouderen en gehandicapten.
We reden weg vanuit ons backpackers hostel Pakachere en
onderweg zagen we al dat steeds meer de stad en geasfalteerde wegen achter ons
lieten en over hobbelige zandpaden terecht kwamen in een landschap van akkers ,
heuvels en hutjes. Mawa heeft haar onderkomen in een stenen gebouw op een lege
zandvlakte. Daar aangekomen moesten we eerst onze tenten opzetten. Direct stroomt de lokale bevolking toe.
Lokale vrijwilligers helpen ons met de tenten en de kinderen uit de omliggende
20 dorpen stromen toe om ons te aanschouwen. Ze roepen steeds Azungu, wat
blanke betekent. De aandacht is overweldigend, het is heel vreemd om ineens
zo’n attractie te zijn.
Na een korte introductie door de projectleider ter plaatse
worden er 2 groepen gemaakt. De ene groep gaat met wat lokale vrijwilligers
naar een dorpje verderop om hout te hakken voor een oude dame van 87 jaar. Het
hout gebruikt ze voornamelijk om te koken. De jongeren moeten met een grote
hakbijl hout splijten en een boom omhakken. De andere groep gaat met wat
vrouwen van de supportgroep iemand helpen met het handwassen van kleding. In de
middag gaat de ene groep naar Bwalo, een project voor de opvang van
straatkinderen. Een shelter voor jongens tussen de 10 en 15 jaar die daar een
jaar opvang hebben en in dat jaar gaan ze naar school, krijgen ze coaching in
life skills en vooral veel sportactiviteiten. Op dit moment wonen er 6 jongens.
De leerlingen helpen met het schoonmaken van de vloeren en daarna rijden we met
de straatkinderen naar een voetbalveldje verderop voor een wedstrijd. De groep die achterblijft graaft een diepe
afvalpunt voor een oude vrouw met een gebroken been. ‘
De tweede dag zit hetzelfde in elkaar. Deze dag bestaat
vooral uit zwaar lichamelijk werk. ’s
Ochtends gaat er 1 groep in een dorp mais stampen voor een bewoonster en de
andere groep ploegt een akker om. ’s
Middags gaat de andere groep naar Bwalo om daar kennis te maken met de
straatkinderen en de groep die daar al geweest is helpt bij het vernieuwen van
het dak van een klein basisschooltje in een dorp. Dat schooltje is een klein
stenen gebouwtje met een rieten dak. In de muren staan de getallen, de maanden
en wat andere woorden om te leren gekrast. Het vernieuwen van het dak betekent
zoveel als het verwijderen van dorre riet, het halen van rietbalen in een dorp
verderop en deze op je hoofd (!) en deze op het vernieuwde plastic gooien.
Tussen de dorpen was het een paar kilometer lopen. Na het rietdekken lopen we
naar de akker van de supportgroep om daar de geplante groenten water te geven.
Het water geven doen we met volle zware gieters.
Op dag drie hebben we nog 1 activiteit. Er gaat een groep
een vloer van modder aanleggen in een hutje en de andere groep gaat weer een
dak vernieuwen in een ander dorp.
Na deze activiteit pakken we onze spullen weer in (de tenten
hebben we ’s ochtends om 6.00 al opgebroken) en nemen we afscheid door speeches
over en weer. We worden bedankt met zang en dans. We rijden naar Malindi
Secondary School. We worden verwelkomt door een groep leerlingen met een
liedje, en na de rondleiding en lunch leren we door middel van presentaties
over ons land en cultuur elkaar beter kennen en begrijpen. We leren Malawiaanse
liedjes en dansen met elkaar in de grote zaal. Na het afscheid rijden we terug
naar Pakachere.
Dat zijn de feiten, de activiteiten, de programma
onderdelen.
Maar wat lastig te verwoorden is wat het met je doet als
mens. Als rijke blanke tussen de armste mensen van de wereld. De bijna
onbegrijpelijke blijheid van de kinderen, de onvoorwaardelijke toewijding van
de community. De realisatie dat je zucht en puft om die zware gieter terwijl
alle vrouwen van de supportgroep die daar meehelpen HIV positief zijn. Het
totalen gebrek aan hygiƫne en hoe, gek genoeg, dat er niet meer toe doet. De
inefficiƫntie van sommige werkzaamheden en je beseffen dat dat de enige manier
is die ze kennen. Het feit dat een leeg waterflesje voor ons afval is en voor
de lokale bevolking een gebruiksartikel dat je dus niet weggooit. Die
schaterlach van die baby die ik draag van een dorp naar een consultatiebureau
onder een boom bij Mawa voor het weeg en meet moment, omdat de moeder zijn
tweelingbroertje op haar rug heeft en wat hulp kan gebruiken. De kleine
irritatie die je voelt opkomen bij het duizendste ‘Azungu’.
Terug bij Pakachere, na een eerste douche na 3 dagen, een
normaal toiletbezoek en schone kleren, heb ik behoefte aan thuis. Even een stem
die me weer terugbrengt in jullie wereld. Ik hoop dat ik met foto’s kan laten
begrijpen hoe dit was. Ik neem het mee. Ik leer. Ik weet dat ik dit
waarschijnlijk nooit meer ga zien. Ik koester.
Bewondering en respect voor de hele groep!! Wat maken jullie veel mee! Er voor elkaar zijn bij mooie en vervelende momenten,indrukwekkend is dat. Ik ben al benieuwd naar verdere verhalen en foto's. En wens jullie alvast een goede terugvlucht en een behouden thuiskomst bij de Azungu's!!!!
BeantwoordenVerwijderen